Morfine is een opiaat dat wordt gebruikt om ernstige pijn te behandelen, en het werkt door de manier te veranderen waarop ons lichaam pijnsignalen waarneemt en erop reageert. Het bindt zich aan opioïde receptoren in de hersenen, het ruggenmerg en het maag-darmkanaal, waardoor pijnbanen de hersenen niet kunnen bereiken. Door deze werking op bepaalde opioïde receptoren in het lichaam heeft morfine ook effecten op emoties (vermindering van angst), ademhaling (vertraging van de ademhaling) en gevoelens van euforie of genot.
Morfine blijkt verschillende effecten te hebben bij verschillende doses: lage doses leiden tot pijnstilling, terwijl hogere doses kunnen leiden tot sedatie of zelfs ademhalingsdepressie. De doeltreffendheid van morfine hangt af van de tolerantie en de leeftijd; jongere mensen verdragen de effecten beter dan ouderen. Een andere belangrijke factor voor de effectiviteit is de timing: wanneer morfine binnen 5 minuten na een pijnlijke prikkel wordt ingenomen, wordt het pijnstillende effect versterkt doordat morfine snel werkt.
In het algemeen is het belangrijkste effect van morfine het verminderen van de waargenomen pijn door het blokkeren en verminderen van de activiteit langs de pijnbanen die verbonden zijn met opioïde receptoren in het centrale zenuwstelsel (CZS). Daarnaast kan het een algemeen gevoel van begeerlijke emotie of euforie opwekken door diezelfde receptorplaatsen van het CZS te activeren, waardoor de afgifte van dopamine wordt gestimuleerd, wat rechtstreeks leidt tot onze beloningssystemen die geassocieerd worden met gevoelens van genot.